Klimaatspijbelaars, Gele Hesjes, Black Lives Matter, betogers die coronamoe zijn. De ene protestbeweging na de andere dient zich aan. Onze maatschappij lijkt wel collectief kwaad te zijn. Waar komt deze woede vandaan? Zal het iets opleveren? En hoe ga je om met je eigen boosheid?
Dit artikel verscheen in 2020 in Psychologies.

Volgens sociologen leven we in boze tijden. Iedereen is boos: van de man in de straat, over onderdrukte minderheidsgroepen, tot de president van Amerika. Maar waar komt die woede vandaan? Hebben we het dan niet relatief goed hier in het welgestelde westen? Volgens politiek filosoof, auteur en columnist Tinneke Beeckman, ligt de oorsprong van onze collectieve woede in het verdwijnen van de welvaartsstaat.
’De middenklasse is sinds twintig à dertig jaar aan het verdwijnen. De droom dat onze kinderen het beter zullen hebben dan wijzelf, is stukgeslagen. Het idee dat hoe harder je je best doet, hoe meer kansen je hebt op een goed leven, lijkt achterhaald. Tegelijk wordt de kloof tussen degenen die erop vooruitgaan en zij die maatschappelijk stagneren, zo groot dat dit onvermijdelijk leidt tot spanningen.’
Een fenomeen dat we in de geschiedenis eerder gezien hebben. Je zou het kunnen vergelijken met de Franse Revolutie. Ook toen kwam het volk in opstand omdat het verschil in levensstandaard met de geprivilegieerde burgerij gigantisch was. Door de globalisering en de verschuiving van de echte macht van de natiestaat naar multinationals en financiële instellingen, zien we nu hetzelfde effect. Schatrijke zakenlui als Richard Branson van Virgin betalen geen of nauwelijks belasting terwijl de gewone burger geconfronteerd wordt met de ene besparing na de andere. Dit soort onrecht leidt bij veel mensen tot wanhoop. Denk maar aan de frustraties van de cultuursector tijdens de afgelopen zomer, toen vliegtuigen – dankzij het lobbywerk van de luchtvaartsector en het internationale economische belang – wel in de lucht mochten blijven, en veel zomerevents werden afgelast zonder bijkomende steunmaatregelen. Dat dit volgde op een zware besparingsronde onder minister van Cultuur Jambon, maakte de situatie voor de cultuursector nog moeilijker te verteren.
Een andere factor bij de huidige boosheid is het gebrek aan vertrouwen in politici, iets wat in België de afgelopen maanden in de hand werd gespeeld door het getouwtrek rond de aanslepende regeringsvorming. Volgens Alain Van Hiel, sociaal psycholoog, auteur en professor aan de Universiteit Gent neemt dat vertrouwen in de politiek af in de hele westerse wereld.
‘Veel mensen geloven dat politici enkel voor hun eigen zaak werken. Uit onderzoek blijkt dat geen enkel beroep ons minder vertrouwen inboezemt dan dat van politicus, zelfs verkopers van tweedehandsauto’s scoren beter. Logisch dus dat politiek cynisme in opmars is. De huidige woede is daarmee verweven.’
Zwak of zinvol?
Kan zo’n collectieve woede een constructieve katalysator zijn voor politieke verandering? Of zijn er effectievere manieren om onze samenleving te verbeteren? De voorbeelden van succesvolle protestbewegingen zijn alvast legio: mei ’68, de rakettenbetogingen, de Witte Mars, #MeToo … Maar de tegenvoorbeelden bestaan ook. Zo speelde Emmanuel Macron tijdens de verkiezingen van 2017 met En Marche nadrukkelijk niet in op woede, in tegenstelling tot Marine Le Pen. Met zijn streven naar een consensus die de tegenstelling tussen links en rechts oversteeg, werd hij electoraal beloond. ‘Doorheen de geschiedenis is woede inderdaad af en toe positief uitgedraaid’, stelt Alain Van Hiel.
‘Woede kan dingen in gang zetten, maar vaak kan je woede niet op een productieve manier kanaliseren en hangt de emotie samen met verbaal geweld en dingen kapot maken. Ik geloof meer in onderhandeling en connectie, als je dingen wilt veranderen, in het En Marche-verhaal dus.’
Tinneke Beeckman ziet wel het positieve van boosheid. Zelf is ze opgegroeid met het katholieke idee dat woede een zwakte is, zeker voor een vrouw. Lange tijd werd ze meteen boos op zichzelf als ze kwaad was. Intussen heeft ze de opkomende boosheid leren aanvaarden. ‘In plaats van het gevoel te onderdrukken of te negeren, kan je je beter afvragen: wat doe ik met die woede?’ Alleen kwaad zijn, is niet genoeg, vindt ze. ‘Met woede alleen kan je politiek niets veranderen. Je moet ook ideeën hebben over hoe je de macht anders gaat invullen. De Verlichtingsdenkers van de achttiende eeuw, zoals Rousseau en Voltaire, hadden duidelijke ideeën over hoe na de omwenteling de politieke macht georganiseerd moest worden. Bij de Arabische Lente, een golf van opstanden tussen 2010 en 2012, ontbrak die visie, waardoor de opvolgers van Hosni Moebarak in Egypte niet voor beterschap zorgden.’ Maar als we naar de actualiteit kijken: hebben de betogingen van de afgelopen jaren wel resultaat gehad? Bij de klimaatjongeren is de teleurstelling bijvoorbeeld erg groot. Hebben woede en protestmarsen dan wel zin? Beeckman: ‘De jongeren vinden dat er te weinig is gebeurd. Maar de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, heeft het klimaat wel vooraan op de agenda van de EU geplaats. En politieke partijen die de klimaatopwarming ontkennen, hebben duurzaamheid nu opgenomen in hun programma. Zonder corona had het klimaat ongetwijfeld meer aandacht gekregen. Maar ik zou op basis van dit voorbeeld niet concluderen dat hun woede geen zin heeft gehad.’
Redelijke grond
De uitkomst van woede is dus dubbel. De ene keer heeft het wel effect, de andere keer blijven de resultaten achterwege. Soms kan politieke woede ook ronduit negatieve gevolgen hebben. Zo verlies je bijvoorbeeld veel legitimiteit als je vervalt in geweld. Op die manier brachten enkelingen de Black Lives Matter-beweging in diskrediet. Ook als je als (lid van een) minderheidsgroep je woede heel nadrukkelijk richt tegen anderen, kan dat verkeerd uitdraaien. Denk maar aan de controversiële uitspraken van de Belgische zwarte activiste Sabrine Ingabire in De Morgen. Met statements als: ‘Alle witte mensen zijn racistisch’, ‘Ik date geen witte mannen’ en ‘Ik wil alleen geïnterviewd worden door zwarte journalisten’, kreeg ze bakken kritiek over zich heen. Terwijl het haar bedoeling is om te strijden tegen racisme, verschenen er na de publicatie van het interview een golf aan racistische uitspraken op sociale media. Van Hiel:
‘De harde roep van minderheden komt bij bepaalde meerderheden vaak als arrogant over. Als er dan geweld bij komt, kan die boosheid soms als boemerang in het gezicht van de woedende massa terugslaan.’
Daarnaast krijgt de woedende volksmassa politiek vaak weinig gehoor, met alle gevolgen van dien. ‘Denk maar aan het dedain waarmee Hillary Clinton het over de “deplorables” had,’ zegt Beeckman. ‘Dan moet je niet verrast zijn als Trump achteraf de verkiezingen wint.’ Ook in België zie je dat mainstream politici kwade reacties negeren of afwimpelen. Waar komt die neerbuigendheid van de politieke elite ten aanzien van boze burgers vandaan? Waarom nemen ze hen niet serieus? Beeckman:
‘Woede neemt in de ogen van veel politici de legitimiteit van je stem weg. Ze houden vast aan het ideaal van de rede en beschouwen – volgens mij onterecht – boosheid als een irrationele emotie waarmee je een stukje betrouwbaarheid verliest. Nochtans kan woede een redelijke grond hebben. Woede geeft de machtelozen bovendien een gevoel van controle. Ze klampen zich eraan vast omdat hun woede tonen het enige is wat ze kunnen doen. Als politici die woede negeren, dreigt de groep proteststemmers groter te worden. Negeren is dus niet verstandig.’
I have a dream
Omdat protestpartijen misschien wel inspelen op je woede, maar in de realiteit weinig positieve zaken realiseren, is woede volgens Alain Van Hiel niet de meest geschikte emotie voor echte verandering. Zijn alternatief? ‘Consistent je opinie naar voren brengen, altijd op dezelfde nagel blijven slaan en via concrete voorbeelden het onrecht blijven aanklagen, maar zonder geweld’, zegt hij. ‘Daarom heeft Martin Luther King veel meer bereikt dan pakweg de Black Panthers. Als je op een beheerste manier opkomt voor je rechten heb je veel meer invloed.’
Het is het idee dat ook filosoof Martha Nussbaum aanhangt in haar boek Woede en vergeving. Daarin stelt de auteur dat woede vaak leidt tot een vicieuze cirkel van vergelding en daardoor niet constructief is. Net als Alain vindt ze Martin Luther King, samen met Mahatma Gandhi en Nelson Mandela, een voorbeeld op vlak van anger management. Alle drie leidden ze een protestbeweging die gegrond was in woede. Ieder van hen wist die volgens haar in de hand te houden en op een beheerste manier tot verandering te komen.
Dat boosheid een slokop is die zichzelf versterkt en voedt, is volgens Alain een ander argument tegen volkswoede: ‘Je merkt dat in het online klikgedrag. Als je kwaad bent, ga je op social media berichten en artikels delen om je woede te uiten. Waarna je ook steeds meer soortgelijke info toegestuurd krijgt en waardoor je woede nog groter wordt.’ Dat proces verloopt dus allesbehalve objectief, maar wordt gestuurd door de algoritmen van social media. Bij angst verloopt dat mechanisme trouwens anders, aldus Van Hiel. Bange mensen gaan op zoek naar alle info die ze kunnen vinden en wegen die af, waardoor dit proces neutraler verloopt. Toch ziet ook hij een positieve kant aan woede:
‘Mensen die boos zijn, zijn betrokken. Dat is nog altijd beter dan desinteresse en lethargie. Denk maar aan een koppel dat veel ruziemaakt versus een koppel dat elkaar niets meer te zeggen heeft. Op die eerste manier kom je aan meer informatie en dus ook aan meer kennis. Uit onderzoek blijkt zelfs dat mensen die extreem stemmen – links of rechts – gemiddeld beter geïnformeerd zijn dan mensen die in het midden van het politieke spectrum zitten.’
Negatieve spiraal
Conclusie: als mainstream politici willen vermijden dat de stemmen naar extreemlinks en -rechts gaan, dan zullen ze op één of andere manier de woedende burgers moeten kalmeren. Met maatregelen die hen tegemoet komen. Dat is in het verleden gebeurd. Zo had je in de jaren ’50 de Schoolstrijd, waarbij het katholieke en het staatsonderwijs streden om subsidies. Uiteindelijk werd er een Schoolpact goedgekeurd en werden de inschrijvingsgelden voor het middelbaar onderwijs overal afgeschaft. En na de vredesbetogingen in de jaren ‘80 werden de kernwapens weggehaald.
In 2020 liggen dat soort toegevingen en compromissen niet zo eenvoudig. De macht van de natiestaat in de geglobaliseerde wereld is verminderd. Denk opnieuw aan Macron. Frankrijk heeft ondertussen een enorm begrotingstekort. Macron is daardoor in een machteloze positie beland en kan bijna geen toegevingen doen aan de vakbonden. Als Macron de kant van de vakbond kiest, vertrekken wellicht nog meer bedrijven naar het buitenland. ‘De marge die een regering nog heeft, is inderdaad klein’, zegt Beeckman. ‘Bij iedere beslissing dreigen grote internationale bedrijven te verhuizen. Toch zullen er toegevingen moeten gebeuren als je de burgers wilt kalmeren.’ Alain Van Hiel ziet de oplossing in het herstellen van het vertrouwen in onze politici. Helaas spelen veel politici de volkswoede in de hand door de boze burger voortdurend te discrediteren en weinig empathie te tonen, zegt hij. ‘Daar worden de mensen alleen maar bozer van. Politici moeten durven toegeven dat ze belangrijke thema’s, zoals het migratiebeleid en de bankencrisis slecht hebben aangepakt. Ze moeten zich daarvoor durven excuseren.’ Dat ze dat niet doen, heeft ook volgens Van Hiel te maken met de globalisering:
‘Politici zitten in de tang van het internationale recht, de financiële sector en de multinationals. Dat oplossen wordt een uitdaging.’
Empathie als oplossing
Als de huidige generatie politici de collectieve woede niet aanpakt, hoe ga je dan om met je eigen individuele kwaadheid? Tien keer diep ademhalen? Een stoïcijnse houding kweken? Tinneke Beeckman heeft haar eigen strategie ontwikkeld. ‘In de eerste plaats schat ik in of mijn woede niet overdreven is. Dat doe ik door me te verplaatsen in degene op wie ik boos ben. Kan ik de beweegredenen achter zijn daden of uitspraken begrijpen? Daarna vraag ik me af wat er echt aan de hand is met mij. Vaak voelen we ons boos omdat we niet erkend worden. Meestal zit er ook verdriet onder, verdriet over het verlies van een bepaald leven, van een hoop die we koesterden.
Als je in contact komt met het verdriet onder de woede en dat kan benoemen, dan kalmeert de woede vanzelf.’
Dat betekent voor de duidelijkheid niet dat ze woede onderdrukt. Wel raadt ze aan om altijd even af te koelen, want bij woede handel je meestal niet efficiënt.
De sleutel voor politieke verandering zou weleens kunnen liggen in wat Tinneke Beeckman aankaart: bij empathie voor het verdriet dat schuilgaat achter woede. Politici met oog voor dat verdriet zouden het vertrouwen van de burger kunnen terugwinnen. Wie weet is die erkenning, samen met excuses voor wat er is misgelopen, een eerste stap om de huidige situatie te ontmijnen.
Leave A Reply