Weervrouw Sabine Hagedoren vertelde na de dood van haar man dat zo goed als niemand op de VRT wist van zijn ziekte. Hoe is dat bij jou? Stort jij je hart uit bij collega’s? Of hou je werk en privé ook liever gescheiden?
Lezeres Sofie, bediende bij een grote bank, vertelt dat haar collega Cindy een keer het hele kantoor op z’n kop heeft gezet door aan te kondigen dat ze ging trouwen. Niemand van de collega ’s had ooit nog maar iets gehoord van een partner. Cindy werd nog maanden na het incident meewarig bekeken, want waarom had zij die cruciale info achter gehouden? Vertrouwde zij haar collega ’s dan niet, was ze zo timide of schaamde ze zich ergens over?
Lezeres Miriam, met een job in het leger, zit in een totaal andere situatie. Zij en haar collega’s vertellen elkaar heel persoonlijke dingen. Ze willen elkaars zwakke en sterke kanten kennen, elkaars karakter doorgronden. Op missie leggen ze hun levens immers in elkaars handen, alle info is dan welkom.
Hoeveel je van je privéleven wilt, mag en kunt delen, is dus bij iedereen anders. Maar wat is nu het beste: de pieren uit elkaars neus halen, of de lippen stijf op elkaar houden? Raakt het werk wel af als er veel gepraat wordt? En kan het bespreken van persoonlijke problemen eventuele promoties niet in de weg staan?
Schadelijk voor je carrière?
Bart de Bondt, voormalig CEO van ING Insurances en nu algemeen directeur van de vzw YouthStart, is specialist in geluk op het werk en is meteen duidelijk: “Werk en privé helemaal gescheiden houden, is absurd. Het is immers belangrijk dat je jezelf kunt zijn op het werk. Je kunt ook niet gelukkig zijn als je een stukje van jezelf moet verbergen.” En toch gebeurt dat nog vaker dan je zou denken. Er zijn nog altijd mensen die niet durven uit te komen voor hun geaardheid, voor het feit dat ze naar een psycholoog gaan, of met een vruchtbaarheidsbehandeling bezig zijn. Volgens Loes Meeussen, doctor in de psychologie aan de KU Leuven, is dat omdat we bang zijn voor de consequenties als we te veel over onszelf vertellen. “Uit onderzoek blijkt immers dat het je carrière kan schaden als je bepaalde info deelt. Als je werkgever weet dat je vrij neemt omdat je midden in een ivf-traject zit of omdat je kampt met een depressie, dan neem je een risico. De kans is groter dat ze niet aan jou denken bij een promotie. Daarnaast moet je je als werk- nemer ook de vraag stellen of je wel ergens wílt werken waar je jezelf niet kunt zijn.”
Bart de Bondt is het daar mee eens: “Als je iets moet achterhouden, kun je je niet maximaal ontplooien. Ook voor het bedrijf is dat niet goed. Als je je niet op je gemak voelt, durf je ook niet te falen en zul je minder snel met nieuwe ideeën komen. Dat is vooral negatief voor bedrijven die willen innoveren. Om een sfeer te creëren waarin werknemers zichzelf wél durven te tonen, zowel op persoonlijk als op professioneel vlak, moet er vertrouwen zijn.” Klinkt allemaal mooi in theorie, maar hoe zorg je voor een open sfeer op het werk? Je kunt dat toch niet forceren? Bart de Bondt: “Het begint allemaal met je leidinggevende. Als hij of zij zich kwetsbaar durft op te stellen, durft toe te geven dat hij het antwoord soms ook niet weet of dat hij het best zwaar vindt om gezin en werk te combineren, geeft hij een signaal dat het oké is om niet perfect te zijn. En dat kan inspirerend werken voor het hele team.”
Goede sfeer, goede ideeën
Helaas bestaan er ook werkgevers die vrezen dat al dat gebabbel ervoor zorgt dat personeelsleden hun doelstellingen niet zullen halen. Het overkwam Lies uit Gent. Lies is een harde werker, maar doet ook graag geregeld een babbeltje. In het advocaten- kantoor waar ze ging werken, werd dat laat- ste niet goed onthaald. “Mijn baas had liever niet dat ik informeerde naar zijn weekend, hij wilde meteen de dossiers bespreken.
Ook van samen lunchen was geen sprake; iedereen at achter zijn computer. Het werk moest gebeuren, even bijpraten kon niet.” “Dat zulke situaties nog bestaan, is erg”, zegt Bart De Bondt. “Meestal zegt dit iets over de angst van de leidinggevende om te falen. In plaats van gewoon te zeggen dat hij bang is dat het werk niet tijdig af zal zijn, verbiedt hij het contact zonder te zeggen waarom. Het is echter al lang bewezen dat goede banden op het werk belangrijk zijn voor gelukkige werknemers. En gelukkige werknemers zijn productiever, innovatiever en minder snel ziek.” Lies beaamt: “Voor mij was dat ‘verbod’ op sociaal contact echt contraproductief. Normaal vind ik het geen probleem om me flexibel op te stellen en overuren te maken, maar omwille van de houding van mijn baas stopte ik stipt om zes uur. Die sfeer heeft er mee voor gezorgd dat ik uiteindelijk met een burn-out thuis ben beland en dat ik mijn ontslag heb ingediend.”
“Dat zie ik overal gebeuren”, zegt Bart De Bondt. “Werkgevers die niet inzetten op de werksfeer, riskeren binnenkort onvoldoende nieuwe werknemers te vinden. Generatie Z is niet meer tevreden met promotie, ze willen gelukkig zijn op het werk.”
De job van je leven
Maar wat als je niet wílt dat iedereen weet hoeveel herexamens de kinderen hebben of dat de verbouwingen wel eens leiden tot onenigheid met je partner? We zijn toch niet allemaal even sociaal. “Uiteraard moet je iemands persoonlijkheid respecteren”, zegt Bart de Bondt. “Het is belangrijk dat er een mogelijkheid is om persoonlijke info te delen, maar iedereen moet voor zichzelf kunnen kiezen hoe ver hij of zij daar in gaat. Sta daarom eens stil bij je werkomgeving. Past ze wel bij jou of moet je aan de buitenkant iemand spelen die je vanbinnen niet wilt zijn?”
Zo zou de werksituatie van de extraverte Lies misschien geen probleem hebben gevormd voor een introvert type. Naast introverte personen heb je ook nog collega ’s die weinig delen omwille van slechte ervaringen in het verleden. “Mensen die zeggen dat ze absoluut geen nood hebben aan een band met collega’s, zijn meestal gekwetst in het verleden”, weet Bart de Bondt. Steven is zo iemand: “Bij mijn vorige werkgever was er een horizontale structuur zonder leidinggevenden. We moesten vertrouwen op elkaar en werden gestimuleerd om persoonlijke info te delen. Ik heb me voor 200 procent gegeven. Werk en privé liepen door elkaar. Ik kon helemaal mezelf zijn bij mijn collega ’s en vertelde hen alles. Toen werd ik plots ontslagen. Geloof me, in zulke omstandigheden komt die klap tien keer harder aan. Op mijn nieuwe job deel ik zelden iets over mezelf. Ik hou een zekere reserve. Ik wil niet opnieuw zo gekwetst worden.”
Het omgekeerde kan ook. Waar sommigen te weinig delen, gaan anderen net ‘oversharen’. Zo voelde lezeres Sofie zich erg ongemakkelijk toen een collega bij de lunch vertelde dat ze haar man had betrapt op het kijken naar porno. “Aan de stilte die volgde, was te merken dat dit een te vertrouwelijke bekentenis was voor de omstandigheden. Dit voelde iedereen spontaan aan, behalve de collega zelf.” Bart de Bondt herkent ook dit type. “Sommige mensen kennen geen grenzen en dat is storend. Vaak kampen ze met een te grote nood om gezien te worden. Dat kun je niet opvangen onder collega’s. Daar heb je psychologische hulp voor nodig.”
Dit artikel verscheen in 2019 in Libelle.