Precies dertig jaren geleden haalden de architecten van het Noorse Snøhetta het ontwerp van de nieuwe bibliotheek van Alexandrië binnen. Die toewijzing vormde het startschot voor een internationale blitzcarrière van het startende bureau. Toch ligt het kloppende hart van Snøhetta nog steeds in Oslo. Wij gingen bij hen op de koffie en reisden in hun voetsporen van het noordelijke Trondheim naar het meest zuidelijke punt van Noorwegen.

Ondertussen heeft Snøhetta kantoren in onder meer New York, Parijs en Adelaide en werk(t)en meer dan 240 werknemers aan projecten als het 9/11 memorial paviljoen in New York, het museum van de grotten van Lascaux en het hoofdkwartier van Le Monde in Parijs (opening gepland dit najaar).Op deze roadtrip bewonderden we niet alleen de moderne creaties van het architectenbureau, maar maakten we ook kennis met het land en haar inwoners, en konden we ervaren dat de filosofie van Snøhetta de Noorse ziel wel heel goed weerspiegelt.
Vorm volgt klimaat
Als we begin juli in het gezellige Trondheim landen is het winterjassenweer. In deze historische Vikinghoofdstad, waar de fraaie gevel van de gotische Nidaros Kathedraal en de kleurrijke 17e-eeuwse paalwoningen aan de Nedelva-rivier de hoofdattractie vormen, lijkt de strakke architectuur van Snøhetta veraf. Toch ontwierp Snøhetta hier het eerste kantoor in Noorwegen dat meer energie produceert dan het consumeert, het Brattørkaia Powerhouse. Geen ‘vorm volgt functie’-ontwerp, maar een ‘vorm volgt klimaat’-constructie. Optimale energieopwekking via zonnepanelen en een extreem laag energieverbruik gaven dit gebouw zijn vorm. Het is niet meteen het mooiste staaltje Snøhetta dat we zullen zien tijdens de reis, maar duurzaamheid zal wel een rode draad blijven. In een land waar je soms urenlang alleen maar bossen en rivieren ziet en waar je zelfs in the middle of nowhere laadpalen van Tesla vindt, is dit een evidentie.
Geen grens tussen natuur en cultuur
Vanuit Trondheim sporen we doorheen nationale parken naar Hjerkinn. Dat het nieuwe logo voor de Noorse spoorwegen afkomstig is van Snøhetta kan geen toeval zijn. Vanuit het sprookjesachtige station van Hjerkinn is het vier kilometer klimmen naar het rendierpavil- joen Tverrfjellhytta. Rendieren zien we niet, alleen schapen vergezellen ons naar boven, terwijl we overal waarschuwingsbordjes lezen voor muskusossen. Wie zei ooit dat een architectuurreis niet avontuurlijk is!? Het paviljoen staat op een symbolische plek: je hebt hier zicht op de eeuwig besneeuwde Snøhetta-berg in het Dovrefjell-natuurreservaat én… – toont de aanwezige ranger – ook op enkele dolende muskusossen. Het ontwerp van de kubus is uiterlijk strak: een rigide doos van ruw staal en een grote glaspartij. De kern is dankzij de gewelfde banken veel organischer, van een perfecte eenvoud! Typisch Snøhetta is de horizontale structuur, net als de integratie van het gebouw in de natuur. Dankzij het gebruik van natuurlijke materialen (veel hout en geen schroeven vanbinnen, het roestige staal van- buiten), de reflectie van het glas aan de buitenkant, de discrete positie van de cabine net voorbij de heuvelrug en het panoramische uitzicht wordt de grens tussen natuur en architectuur hier helemaal opgeheven. Binnen in het paviljoen zorgt een hangende haard voor warmte. Bezoekers eten hier hun picknick of drinken thermoskoffie. Een Noorse traditie waar de Snøhetta-aanpak perfect bij aansluit! Zo ook in hun Fuglemyrhytta-cabine vlakbij Oslo, waar je tijdens een trektocht kan koken of logeren, en vanuit de vijfhoekige ramen een panoramisch zicht hebt op de fjorden. Een traditionele ‘gapahuk’-ervaring in een slim ontwerp.
De ruimte is van iedereen
Naar Oslo komen we natuurlijk niet alleen voor de fjorden. Hier vind je immers het meest iconische Snøhetta-gebouw van Noorwegen: het operahuis. Ook hier weer die horizontale lijnen, reflecterende ramen en een perfecte integratie van de opera in de skyline. Bijzonder is dat je de opera even vrij kan beklimmen als een berg. Via twee hellende vlakken – een combinatie van marmer en witte steen – wandel je op het dak. Hier geen ‘verboden te betreden’ of ‘gelieve niet aan te komen’, maar wel een publieke ruimte die voor iedereen toegankelijk is. Ook dit ‘democratische’ principe is typisch Snøhetta. Publieke ruimte moet gedeeld en gebruikt worden, op een sociale manier. Iets wat ook meteen opvalt als we de kantoren van Snøhetta bezoeken. In de open landschapsomgeving met zicht op de fjorden wisselen de werknemers elk half jaar verplicht van werkplek, eet iedereen ‘s middags samen aan twee lange tafels en verzamelt het hele team wekelijks voor een meeting op de tribune met zicht op zee. Tussendoor wordt er cross-disciplinair gewerkt. Ieders mening doet er toe. Op grote prikborden waarop foto’s van ongoing projecten hangen, reageren collega’s met post-its. Ieder project vanuit verschillende kanten en disciplines bekijken, is de geheime Snøhetta-magie.

Perfectie in eenvoud
Laatste halte van de reis is het pas geopende onderwaterrestaurant Under, dat als een gezonken periscoop is gelegen in het desolate Lindesnes, in het uiterste zuiden van Noorwegen. Binnentreden in Under is als afdalen onder water, letterlijk en figuurlijk. In de ontvangstruimte bevind je je nog boven water, in de mezzanine – waar je aperitieft – lijk je wel in een kajak te zitten. Onder je voeten zie je alleen maar water, in het raam ontmoeten water en lucht elkaar, nu eens rustig, dan weer woelig. Op de onderste etage bevindt zich het restaurant, met zicht op de steeds veranderende onderwaterwereld in Lindesnes. Je eet hier (in 18 gangen) wat je ziet: niet alleen wieren en schaaldieren maar ook minder bekende delen van de vis. Als we vanuit het restaurant naar boven kijken, merken we hoe de geweven panelen die het hellende plafond bedekken geleidelijk van kleur veranderen. Waar de roze gloed in de stof boven de mezzanine het doorsijpelende zonlicht moet symboliseren, worden de stoffen panelen steeds donkerder blauw als je dieper gaat. Tegelijk verbazen we ons opnieuw over de eenvoud van de constructie. Dat die eenvoud slechts schijn is, hoor je in de verhalen van de ingenieurs die bij het project zijn betrokken. Hoe ze Under bouwden op het land, met water vulden en tot zinken brachten om het gebouw vervolgens te verankeren. Alles is hier waterproof en gebouwd om minstens honderd jaar te bestaan. Toch kan men niet wachten tot de houten vloeren en de betonnen koker gaan verweren. Under moet immers leven en echt onderdeel worden van de omgeving. Op het dak is alvast een natuurlijk rif ontstaan. Nog even wachten en er kunnen mosselen worden geplukt.
De ziel van Noorwegen in Snøhetta
Vanuit Kristiansand vliegen we terug naar België en nemen we afscheid van Noorwegen. Kristiansand in de zomer is Noorwegen op zijn best: schattige houten huisjes, plezierbootjes en kajaks die op en af varen, verlaten stranden en ruige natuurparken op wandelafstand. De Noren leven bij mooi weer allemaal buiten en maken voor honderd procent gebruik van de openbare ruimte om te picknicken, wandelen, zwemmen, wild te kamperen, … Logisch dus, bedenken we, dat Snøhetta gebouwen schept waar je even vrij bent én die in hun simplistische perfectie even goed georganiseerd zijn als de Noorse maatschappij. Want ook dat moet gezegd worden: smooth travel krijgt in Noorwegen een geheel nieuwe dimensie. We ervaren het nog maar eens bij vertrek: een vliegtuig boarden en opstijgen duurt hier minder dan tien minuten. Wij komen terug.
Dit artikel verscheen in 2019 in Elle Deco.
Leave A Reply